KEES 4 ARTS
de eerste jaren, dat ik me creatief wilde uiten,
tekende ik vooral
Ongeveer 1970 maakte ik de eerste
tekening in mijn vrije tijd (met
kroontjespen), een vlinder geïnspireerd
door de jugendstil.
Naast diverse absurdistische
tekeningen, die ik nog moet
inscannen maakte ik niet
veel later twee
ansichtkaarten voor een
vereniging t.b.v. spierziektes
in Parijs. De bovenste was
duidelijk geent op de vlinder
van daarvoor.
Op het Nederlands (Centraal)
Instituut voor Hersenonderzoek,
waar ik 10 jaar min een maand
gewerkt heb, werden
proefschriften geschreven,
waarvoor ik soms een voorplaat
mocht tekenen. De eerste voor
Wil Honnebier is altijd nog wel de
mooiste gebleven, vind ik. Aubray
Beardsley en Melle zouden zich
wel kunnen vinden in de blaadjes
onder de baarmoeder.
En die van Jan Dogterom (de
waddenvogel, die met
radioactiviteit metingen
verrichtte, oorspronkelijk uit
Utrecht en die 3 promotoren
had) speelde zich af op het
moment dat Het Nederlands
Centraal Instituut de C in
moest leveren bij de opheffing
en doorstart begin 70-er jaren.
Zelf promoveerde ik natuurlijk
ook en wel in 1976
Ik mocht ook de voorplaat tekenen
voor het boek dat ik met Margot
Chamamaun redigeerde op basis van
een eerder verschenen reeks artikelen
in het blad Intermediair.
Ik had ook een signering bedacht voor
cartoons in een wetenschapsblad
“progress in neurosciences” of iets
dergelijks.
zoals deze
drie
Hier zijn twee vooplaten te zien van
conferenties: de rechtse voor een
conferentie in het Herseninstituut zelf,
de onderste voor een neurofysiologische
conferentie in Geneve met onderzoek bij
meerdere diersoorten, als ik me goed
herinner. Het was in 1978.
vervolg tekeningen
(boekkaften)
Voor een andere conferentie moest ik twee platen maken, want ik
dacht dat het proefdier een mol was, omdat het om ‘het derde oog’
ging (de pijnappelklier), maar het bleek een cavia te zijn.
Van de tweede (met de cavia) heb ik ook nog een ets gemaakt
Ik aarzel om deze ook bij te voegen,
maar het laat zien, dat ik probeerde
dynamiek in de tekeningen te leggen,
zoals de groei van de foetus in het
proefschrift van Honnebier en hier de
evolutie van de hersenen. Ik weet nu
absoluut niet meer van welke
diersoort de hersenen zijn waarop de
rat staat, waarschijnlijk zijn eigen
brein. Wij zijn immers ons brein.
Best geinig is deze tekening voor
Michael Corner, waarvan ik me niet
herinner, dat hij ooit gebruikt is. Het
beeldt uit dat wanneer je bij een
kikker in een bepaalde larvestadium
de huid van de rugkant naar de
voorkant transplanteert, de volwassen
kikker bij aanraking van de buikhuid
denkt dat het zijn rug is die hij voelt.
contact: info@kees4arts.nl